21.8.16

Analogues





 These are some of my favourite analogues, taken with an Ilford Sportsman. The first three were shot on a different roll of film than the other ones, which were all taken on the same day, when I went to Utrecht with Annemijn. These are unedited, which, quite frankly, took some self-control. It was very tempting to try to fix simple 'errors' such as over/underexposure and bad contrasts, but I figured that's just a characteristic of analog photography.



22.7.16

Enchanted



















Walking through the forest, looking at the magical game of light and shadow, being surrounded by trees, hearing only the rustling of the leaves and the occasional dog barking, I felt happier than I've felt in days.

1.12.15

gesmeer met houtskool




Een tekening die ik inmiddels bijna twee maanden geleden maakte, met, goh, houtskool. Ik heb geen fixeermiddel dus de pagina ernaast is verdoemd en elke keer als ik deze bladzijde aanraak, heb ik zwarte vegen aan mijn vingers - maar eigenlijk maakt het me niets uit en ben ik al blij dat ik iets met houtskool heb gemaakt (en dan vooral dat het nog lukte ook).

28.11.15

Sobibór 2015



Meer dan een maand geleden vertrok ik naar Polen, om daar met 80 andere jongeren een concentratie- en een vernietigingskamp uit de Tweede Wereldoorlog te bezoeken. 
We verbleven in Okuninka, een klein stadje in Oost-Polen. De eerste dag gingen we naar Wlodawa, een stad die tot de oorlog bekend stond als de stad van drie culturen: joden, katholieken en orthodoxen leefden er vreedzaam naast elkaar. Na de oorlog waren en geen joden meer over en de synagoge die er nog staat, is inmiddels een museum. Wlodawa lag tegen de grens van Wit-Rusland aan. Er was een riviertje dat ons van Wit-Rusland scheidde. De Europese Unie hield daar op. Na een discussie over discriminatie met de andere jongeren ontdekten we hoe erg het gesteld is met sommige landen. De Wit-Russen vertelden over hun land waar zo weinig democratie en zo veel ongelijkheid is. Het voelde onwerkelijk dat we ons op zo'n kleine afstand van een land dat zo ontzettend verschilt van Nederland te zijn. We kwamen in contact met culturen die we niet eerder hadden gezien en iedereen vertelde wat over zijn land. De Polen hadden maanzaadkoekjes voor ons gemaakt (heel lief, maar ontzettend smerig) en de Duitsers hadden Moezelwijnen meegenomen (hulde!). Op de eerste avond zat iedereen bij het clubje van zijn eigen land. Op de laatste avond zaten we met z'n allen, Polen, Oekraïners, Litouwers, Wit-Russen en Nederlanders, tot diep in de nacht bij Duitsers op de kamer. 

Niet dat dat de reden was voor onze komst. Maandag kregen we van een bekende Poolse historicus, Marek Bem, een presentatie over de joodse gemeenschap in Oost-Polen, vooral die in Wlodawa. Dinsdag gingen we naar het concentratiekamp Majdanek. Aan de rand van de grote stad Lublin zagen we opeens rijen barakken, omgeven door prikkeldraad en wachttorens. Het hele kamp stond nog overeind en ik heb nog steeds geen woorden om het gevoel dat ik daar kreeg te beschrijven. Drie uur lang luisterden we naar de gids, die in gebrekkig Engels ons de meest verschrikkelijke, maar ook de meest dappere verhalen vertelde. Het was koud, de wind waaide door onze jassen en de regendruppels waaiden in ons gezicht. In de bus op weg naar het restaurant voor de lunch staarde iedereen een beetje beduusd voor zich uit. Achteraf kwam het besef pas van wat we nu eigenlijk hadden gezien.

Woensdag gingen we naar Sobibór, het voormalige vernietigingskamp. De nazi's hadden dit kamp voor het einde van de Tweede Wereldoorlog al helemaal verwoest en pas sinds een aantal jaren zijn er opgravingen gedaan, waardoor we het kamp kunnen indelen. Het was er doodstil. Je hoorde slechts het ruisen van de wind door de bomen. Er waren zelfs geen vogels - het was een letterlijke doodse stilte. Een stilte die we invulden met onze eigen gedachten. We legden een steentjes bij de gedenksteen van Rachel Schelvis (de vrouw van Jules Schelvis, die Sobibór wel overleefde). Een joods gebruik om blijvend de doden te eren.
We woonden de herdenking van de opstand in Sobibór bij. Op 14 oktober 1943 ontsnapten honderden gevangenen - waarvan maar een kleine groep het overleefde. Elk jaar wordt deze opstand nog herdacht.

Los nasz dla was przestroga
Let our fate be a warning to you

Nu, zo'n anderhalve maand later, is er nog geen dag voorbijgegaan zonder dat ik aan deze reis dacht. Ik maakte een video, praatte met familie, vertelde het aan de lokale krant en radio en schreef erover in een dagboek, maar verwerkt heb ik het nog steeds niet. Op de allerlaatste dag van onze reis, na de herdenking in Sobibór, hield Doede Sijtsma, iemand die veel heeft betekend voor de herontdekkingen van het kamp, een toespraak voor de Nederlandse groep. 'L'chaim,' zei hij, 'vier het leven.' Want naast het herdenken en het leggen van de steentjes of het branden van de kaarsjes, is daar ook nog ruimte voor.